Improving the benefits while reducing the burden of colorectal cancer screening by personalizing screening recommendations

Elleke Peterse
Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam

Na maanden van voorbereiding was het dan eindelijk zo ver: op 14 mei 2019 vloog ik naar Seattle om een nieuw avontuur aan te gaan. Eenmaal daar aangekomen werd ik hartelijk ontvangen door mijn nieuwe collega’s in het Fred Hutchinson Cancer Research Center, door bewoners van Seattle het “Hutch” genoemd. De naamgever van dit instituut is de legendarische in Seattle geboren baseballpitcher, die in 1964 overleed aan longkanker.

In het kader van mijn promotieonderzoek heb ik een jaar onderzoek gedaan in het Hutch. Mijn promotieonderzoek gaat over darmkankerscreening. In het Erasmus MC gebruik ik een wiskundig model om op populatieniveau te bereken hoeveel darmkankersterfte voorkomen kan worden door screening, en welke kosten daar aan verbonden zijn. Deze berekeningen zijn vaak in opdracht van screeningsorganisaties (bijvoorbeeld het RIVM), en worden gebruikt om het darmkankerscreeningsbeleid aan te passen.(1)

Op dit moment krijgt iedereen die in een bepaalde leeftijdsgroep valt dezelfde darmkankerscreening aangeboden. Zo krijgt in Nederland iedereen tussen de 55 en de 75 jaar elke 2 jaar een ontlastingstest thuisgestuurd. Amerikanen worden geadviseerd tussen leeftijd 50 en 75 jaar elke 10 jaar een inwendig darmonderzoek (=coloscopie) te ondergaan. Echter is het risico om darmkanker te krijgen sterk verschillend tussen individuen. Bepaalde variaties in het DNA (SNPs) houden verband met het risico op darmkanker, evenals factoren als BMI en de hoeveelheid roodvlees dat een individu consumeert. Mijn onderzoeksgroep in het Hutch heeft een vooraanstaand risicopredictiemodel ontwikkeld, waarmee ze op basis van DNA, omgevingsfactoren en levensstijl voorspellen wie een verhoogd risico op darmkanker heeft en wie juist een verlaagd risico heeft.(2) Mijn doel was om dit risicopredictiemodel te combineren met het model van het Erasmus MC, zodat we darmkankerscreening aanbevelingen kunnen personaliseren. Door het combineren van deze twee modellen kunnen we dus op basis van iemand zijn DNA, omgevingsfactoren en levensstijl selecteren wie bijvoorbeeld al op jongere leeftijd (bijvoorbeeld al vanaf leeftijd 40) gescreend zou moeten worden op darmkanker, en wie beter op latere leeftijd of minder vaak gescreend zou kunnen worden. Dit laatste kan het geval zijn voor individuen die geen risicogenen hebben en erg gezond leven. Voor die individuen wegen de nadelen van screening (onnodige onderzoeken en kosten) niet op tegen de voordelen (mogelijke gezondheidswinst).

Resultaten van ons onderzoek suggereren dat op basis van kosteneffectiviteit het darmkankerscreeningsprogramma in Amerika verbeterd zou kunnen door aanbevelingen te personaliseren. 3% van de bevolking zou minder vaak gescreend moeten worden dan de huidige richtlijnen. Voor 36% van de Amerikaanse bevolking is de huidige richtlijn optimaal, terwijl 61% van de bevolking vaker gescreend zou moeten worden dan de huidige richtlijn. Voor hen zou screening al op leeftijd 45 (57%) of leeftijd 40 (4%) gestart moeten worden. Daarnaast zou voor 16% van de bevolking coloscopiescreening elke 5 jaar in plaats van elke 10 jaar optimaal zijn. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt om studies op te zetten die de haalbaarheid van het personaliseren van darmkankerscreening toetsen.

Referenties

  1. van Hees F, Zauber AG, van Veldhuizen H, et al. The value of models in informing resource allocation in colorectal cancer screening: the case of The Netherlands. Gut 2015;64:1985-97.
  2. Jeon J, Du M, Schoen RE, et al. Determining Risk of Colorectal Cancer and Starting Age of Screening Based on Lifestyle, Environmental, and Genetic Factors. Gastroenterology 2018;154:2152-2164 e19.