Combinatietherapie celcyclusremmers en bestraling als nieuwe behandelsstrategie in HPV negatieve hoofd-halskanker

Eva-Leonne Göttgens, MSc
Radiotherapy and OncoImmunology laboratory, Radboudumc, Nijmegen, Nederland

In 2018 ben ik te gast geweest in het lab van Prof. Dr. Ester Hammond, hoogleraar moleculaire tumorbiologie, op het CRUK-MRC Oxford Institute for Radiation Oncology. Samen met haar en haar onderzoeksgroep heb ik onderzoek gedaan naar de stralingsgevoeligheid van hoofd-halstumoren, en hebben wij een nieuwe behandelstrategie ontwikkeld voor een bepaald type tumor. De resultaten van dit onderzoek hebben inmiddels geresulteerd in een wetenschappelijk artikel welke op dit moment onder peer review is. Mijn reis naar Oxford en mijn verblijf daar zijn mede mogelijk gemaakt door de financiering door de René Vogels Stichting, waarvoor ik graag mijn dank wil uitspreken.

Onderzoek naar nieuwe behandelsstrategieen in hoofd-halskanker
Hoofd-halskanker is een relatief veel voorkomende ziekte welke zich kenmerkt door het onstaan van tumoren in de mond, neusholte, en keel. Het onstaan van dit type tumoren is grotendeels te wijten aan twee verschillende factoren: het overmatig consumeren van alcohol en tabak of een infectie van het humaan papillomavirus. De behandeling van hoofd-halskanker steunt op 3 pilaren, die vaak gecombineerd worden: operatieve verwijdering van de tumor, radiotherapie, en chemotherapie. Omdat in de keel en in de mond veel gevoelige structuren liggen (denk aan zenuwen, klieren, slagaderen), is het vaak erg lastig om een tumor operatief te verwijderen. Mede om deze reden is de combinatie van radiotherapie en chemotherapie een veelgebruikte behandelstrategie in hoofd-halskanker. Op dit moment wordt er in de kliniek nog geen onderscheid gemaakt tussen patienten die goed of minder goed op deze bestraling zullen reageren. Over het algemeen reageren patienten wier tumoren niet veroorzaakt worden door HPV een stuk slechter op de bestraling, dan patienten die HPV positieve tumoren hebben. Hierdoor is de levensverwachting van patienten met HPV negatieve tumoren een stuk lager. In Nijmegen doen wij onderzoek naar de verschillen tussen HPV positieve en negatieve tumoren en proberen we nadrukkelijk nieuwe therapieen te ontwikkelen voor de relatief moeilijk te behandelen HPV negatieve tumoren.

Slim gebruik maken van de stralingsgevoeligheid van HPV positieve tumoren
Er is al veel onderzoek gedaan door verschillende onderzoeksgroepen naar waarom HPV positieve tumoren gevoeliger zijn voor bestraling. Uit deze onderzoeken komt naar voren dat alle HPV positieve tumoren een kenmerk gemeen hebben: ze kunnen de DNA schade die ze oplopen door bestraling minder goed repareren en dit leidt tot meer celdood. Een van de mechanismen waardoor dit gebeurt, is doordat ze het p16 eiwit tot expressie brengen. Dit eiwit heeft als functie om de CDK4 en CDK6 eiwitten te remmen en via deze route de celdeling en DNA schade reparatie te beinvloeden. Wij hebben geprobeerd dit mechanisms na te bootsen in HPV negatieve kanker cellijnen door middel van het combineren van bestraling en een celcyclusremmer, en vonden dat de HPV negatieve kankercellen zeer gevoelig waren voor deze combinatie. Deze specifieke combinatie leidde tot meer DNA- en chromosoomschade. We hebben uitgezocht dat dit komt doordat een bepaald type DNA reparatie geremd wordt door het gebruik van de celcyclusremmer. Hierdoor kunnen kankercellen hun opgelopen schade door bestraling niet meer effectief repareren, waardoor er foutieve celdelingen en uiteindelijk celdood optreden. Al deze effecten vonden alleen plaats in de HPV negatieve kankercellen. Niet alleen hebben we dus een potentiele nieuwe behandelstrategie voor HPV negatieve tumoren gevonden, we hebben ook een mechanisme beschreven die we kunnen gebruiken om patienten te selecteren die wel of niet op de behandeling zullen gaan reageren. Inmiddels hebben we een wetenschappelijk artikel geschreven welke opgestuurd is naar een vaktijdschrift.

Ik wilde nogmaals de René Vogels Stichting van harte bedanken voor hun bijdrage. Mijn tijd in Oxford bij het Hammond lab is naast zeer productief ook ontzettend leuk geweest.